Het beleid inrichting openbare ruimte bevat vaak eisen die circulariteit en biobased bouwen in de weg staan, bijvoorbeeld omdat beton wordt voorgeschreven voor zaken waar ook hergebruikte of biobased materialen voor gebruikt kunnen worden.
Om circulariteit en biobased bouwen te bevorderen kunnen gemeenten een analyse doen van hun beleid over inrichting van de openbare ruimte en belemmerende regels en richtlijnen verwijderen of aanpassen.
In het beleid kun je circulaire materialen zoals hout voorschrijven, of een bepaald percentage hergebruikte materialen. Ook kan in het beleid staan dat het materiaal een keurmerk moet hebben. Zo kan je het gebruik van duurzaam materiaal voor infrastructurele bouwwerken, zoals bruggen of tunnels, voorschrijven.
In plaats van het opnemen van specifieke eisen over materiaal, kun je ook prestatie-eisen opnemen, zoals een maximale MKI-score.
De innovatie van materialen kan erg snel gaan, waardoor beleid over inrichting van de openbare ruimte snel kan verouderen. Door een prestatie-eis voor het materiaal voor te schrijven, voorkom je dat nieuwe duurzame materialen buiten de boot vallen.
De eisen voor de inrichting van de openbare ruimte kun je juridisch borgen in het omgevingsplan. In het omgevingsplan kun je de open norm opnemen dat de inrichting van de openbare ruimte moet voldoen aan de eisen van het beleid inrichting openbare ruimte. Er moet dan beleid zijn waarin die eisen zijn opgenomen. Het beleid inrichting openbare ruimte kan ook kaders bieden voor een omgevingswaarde. Meer over omgevingswaarden vind je in het instrument: Neem een omgevingswaarde op in het omgevingsplan of de omgevingsverordening.
Beleid inrichting openbare ruimte, zoals een HIOR, is is een beleidsdocument en dus niet wettelijk verplicht, maar wel gebruikelijk.
Rechtsgebied | Publiekrecht > Omgevingsrecht |
Citeertitel | Gemeentewet |
Artikel | 108 |
Geldig vanaf | Invalid Date |